Veelgestelde vragen over het
Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting
Sinds de toekenning vanuit het Nationaal Groeifonds krijgen we veel reacties en vragen. Op deze pagina vind je de antwoorden op veelgestelde vragen. De vragen en antwoorden worden steeds geactualiseerd. Meer over het innovatieprogramma en actuele informatie die we met je kunnen delen, plaatsen we hier. Steeds de meest relevante informatie ontvangen? Meld je aan voor regelmatige updates.
Vragen
PRAKTISCHE INFORMATIE
Welk budget is er vanuit het Nationaal Groeifonds beschikbaar voor het Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting?
Het Nationaal Groeifonds heeft aan het Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting 483,7 miljoen euro toegekend, waarvan 359,5 miljoen euro voorwaardelijk. Voor de eerste tranche van het innovatieprogramma is er 96 miljoen euro subsidie beschikbaar voor in totaal 28 bouwprojecten.
Wanneer start het Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting?
Op 19 december 2024 is de subsidieregeling gepubliceerd. Vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2025 kunnen er aanvragen worden ingediend. We geven regelmatig updates van ontwikkelingen in het programma. Dat doen we op deze website en 6-wekelijks via e-mail. Aanmelden voor de e-mail Update Innovatieprogramma.
Hoe weet ik of een bouwproject geschikt is? Vanaf wanneer en hoe kan ik mijn bouwproject aanmelden?
De voorwaarden voor deelname aan het innovatieprogramma staan in de subsidieregeling. Vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2025 kun je een aanvraag indienen. De regeling biedt voor de eerste tranche plek aan maximaal 28 bouwprojecten, verdeeld over 3 leerlabs.
In regiobijeenkomsten lichten we onder andere de aanmeldprocedure en de voorwaarden voor deelname toe. Wil je een bijeenkomst bijwonen, meld je aan.
Waar moet een bouwproject aan voldoen om kans te maken op de middelen uit het innovatieprogramma?
De voorwaarden staan in de subsidieregeling. Een voorwaarde voor deelname is bijvoorbeeld de technische staat van het schoolgebouw. Hierbij wordt gekeken naar de NEN2767 en een conditiescore van 3 of slechter. Ook moet het gebouw een energielabel van C of slechter hebben.
Hoe kunnen scholen deelnemen aan het innovatieprogramma?
De groeifondsmiddelen worden via een subsidieregeling op aanvraag verstrekt. Gemeenten en schoolbesturen kunnen in samenspraak een aanvraag indienen voor een bouwproject. De voorwaarden staan in de subsidieregeling.
Hoeveel bouwprojecten doen er mee?
In de eerste tranche is er ruimte voor maximaal 28 bouwprojecten.
Wat als deelname aan het IPOHV voor jou nu niet van toepassing is?
- Bekijk en maak gebruik van de informatie en kennisuitwisseling op deze website voor bijvoorbeeld het gebruiken van de documenten en standaarden
- Sluit je aan bij de Community of Practice (CoP)
- Houd onze nieuwsbrief en onze website in de gaten voor deelname in een volgende tranche
DE SUBSIDIEREGELING
Voor wie is de subsidieregeling bedoeld?
Deze regeling is voor schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs die een verouderd schoolgebouw grootschalig willen renoveren of vervangen.
Welke soorten bouwprojecten kunnen meedoen?
Bouwprojecten voor vervangende nieuwbouw of renovatie van bestaande schoolgebouwen komen in aanmerking. Uitbreiding van een gebouw of tijdelijke oplossingen zijn uitgesloten.
Wat is het doel van de regeling?
Het programma wil innovatieve manieren vinden om sneller en kostenefficiënter, betere schoolgebouwen te realiseren: energieneutraal, modern, onderwijsadaptief, inclusief, met een goed binnenklimaat, duurzaam en betaalbaar in de exploitatiefase. Een belangrijk onderdeel van het innovatieprogramma is het 'samen leren' en 'samen innoveren' door kennisuitwisseling en samenwerking tussen projecten binnen leerlabs. De ontwikkelde informatie en documenten worden vervolgens openbaar beschikbaar gesteld (zie pohv.nl).
Wat zijn de drie leerlabs waarvoor je je kunt aanmelden?
Leerlab 1: Parametrisch bouwen voor gestandaardiseerde nieuwbouw
Leerlab 2: Processen en procedures voor efficiënte renovatie
Leerlab 3: Inclusieve schoolgebouwen om inclusief onderwijs te faciliteren
Kan een schoolbestuur zelf een aanvraag indienen?
Schoolbesturen dienen de aanvraag in, maar gemeenten moeten betrokken worden bij het project en de aanvraag. Ook zijn gemeenten verplicht aan te haken bij het verplichte gesprek met de experts van Ruimte-OK als onderdeel van het ondersteuningsprogramma.
Wat is een bundel en waarom is dat nodig?
Een bundel is een samenwerking van drie bouwprojecten. Hiermee wordt van aanvragers gevraagd om rondom de aanvraag en uitwerking van bouwprojecten samen op te trekken. Ieder bouwproject dient een eigen aanvraag in en dient daarbij aan te geven met welke andere twee bouwprojecten een bundel wordt gevormd. Aanvragen zullen afzonderlijk worden beoordeeld. Toekenning van subsidie uit de subsidieregeling zal plaatsvinden per bundel. Bekijk hier de visual over samenwerken in bundels.
Waarom is er bij leerlab 1 gekozen voor gebundeld aanbesteden?
Het gebundeld aanbesteden is gebaseerd op de theorie dat zowel de vraag- als aanbodzijde profiteert van de schaalgrootte. Een groot bouwbedrijf heeft grote opdrachten nodig om overheadkosten te kunnen dekken. Voor deze partijen zijn onderwijshuisvestingsopdrachten vaak te klein en de risico’s worden bovendien groot genoemd. Dit kan ervoor zorgen dat partijen voorzichtig zijn om in te schrijven op aanbestedingen. Schaalgrootte zou moeten leiden tot meer en betere aanvragen, betere offertes en meer mogelijkheid tot innoveren. Binnen leerlab 1 wordt getoetst of het gebundeld aanbesteden daadwerkelijk leidt tot deze voordelen.
Hoe verhoudt gebundeld aanbesteden zich tot bouwheerschap en de zeggenschap van gemeenten en schoolbesturen die niet zelf de aanbesteding leiden?
In de reguliere situatie ligt het bouwheerschap bij de schoolbesturen. Bij een gebundelde aanbesteding worden afspraken gemaakt over de verdeling van verantwoordelijkheden. Hoewel het proces grotendeels overeenkomt met een standaardaanbesteding, verschilt de uitvoering. Eén partij zal als aanbestedende dienst optreden. Daarbij is het belangrijk om rekening te houden met het inkoopbeleid en de inkoopprocedures van gemeenten, die vaak eigen richtlijnen hanteren. Het samenbrengen van deze verschillende beleidskaders vraagt om extra aandacht en moet vooraf zorgvuldig worden afgestemd en vastgelegd.
Welke gebouwen komen niet in aanmerking?
Gebouwen met een energielabel B of beter, met een NEN2767 conditiescore van niveau 1 of 2, en nieuw te stichten scholen komen niet in aanmerking voor de subsidie. Een bouwproject dat toeziet op grootschalige renovatie van een gebouw met een monumentale status is in de eerste tranche uitgesloten.
Wat is een productinnovatie en waarom is dat verplicht?
Productinnovatie is het toepassen van nieuwe technieken of materialen die nog in ontwikkeling zijn. Het is verplicht om minimaal één innovatie op TRL-niveau 5, 6 of 7 te gebruiken. Het hanteren van een TRL-niveau bevat 9 niveaus. TRL 1 betekent dat het product aan het begin van de ontwikkeling staat en TRL 9 betekent dat het product technisch en commercieel gereed is, en klaar is voor opschaling. Voor wat betreft voornoemde verplichting geldt het niveau 5, 6 of 7, omdat dit betekent dat de innovatie in een stadium is dat een verfijnde versie van het prototype getest kan worden binnen een relevante omgeving, maar nog verder ontwikkeld moet worden. Het staat de deelnemers vrij om meerdere innovaties te doen op niveau 5, 6 of 7 en aanvullende innovaties te doen op TRL-niveau 8 en 9. Vanuit het innovatieprogramma wordt voor de beoordeling van het TRL-niveau een expert beschikbaar gesteld.
Waarom en wat is de voorwaarde voor deelname m.b.t een positieve achterstandsscore?
De analyse van SEO Economisch Onderzoek toont aan dat de impact voor het duurzaam verdienvermogen het grootst is bij selectie van vestigingen met een positieve achterstandsscore. Voor leerlab 1 en 2 wordt daarom hierop geselecteerd. Voor leerlab 3 geldt deze voorwaarde niet. Ten minste 66% van de leerlingen van alle vestigingen staat binnen een bundel ingeschreven op een vestiging met een positieve achterstandsscore. Het is dus niet noodzakelijk dat elk binnen het bouwproject betrokken vestiging een positieve achterstandsscore heeft. Voor vestigingen van scholen voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, of van speciale scholen voor basisonderwijs, geldt dat alle vestigingen worden beschouwd als een vestiging met een positieve achterstandsscore.
Hoeveel subsidie kan worden aangevraagd?
De subsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag, afhankelijk van het aantal leerlingen, onderwijssoort en de soort bouw (vervangende nieuwbouw of renovatie).
Een rekenvoorbeeld:
Een primair onderwijsinstelling met ca. 220 leerlingen doet met een renovatieproject mee aan Leerlab 2. Het subsidiebedrag bestaat uit een vast bedrag, van € 539.023, en een variabel bedrag van € 4.307 per leerling. De totale hoogte van het beschikbare subsidiebedrag is € 539.023 + (€ 4.307 x 220 leerlingen) = €1.486.563
Bekijk hier de verdere uitleg over een rekenvoorbeeld
Wordt er van het schoolbestuur en/of gemeenten een financiële bijdrage verwacht?
Ja. De stichtingskosten moeten zelf betaald worden. Het innovatieprogramma voorziet in kosten voor hogere prestatie-eisen dan wettelijk vereist (o.a. Bbl), ontwerp- en ontwikkelkosten van (product)innovatie en innovatierisicokosten. Dit laatste voor als de innovatie niet presteert en hiervoor herstelwerkzaamheden nodig zijn.
Moet de financiering van de gemeente vooraf aangetoond worden? Ook in het geval van doordecentralisatie?
Ja, in de regeling staat dit als volgt:
a. indien sprake is van vervangende nieuwbouw of renovatie, voor zover de kosten voor renovatie deels dan wel geheel voor rekening van de gemeente komen, een verklaring van het college van burgemeester en wethouders waaruit blijkt dat de gemeente zich heeft gecommitteerd aan de aanvraag van de subsidie en dat het bouwproject waarvoor de subsidie wordt aangevraagd als voorziening is opgenomen in het programma voor huisvestingsvoorzieningen, bedoeld in artikel 95 van de WPO, artikel 6.5 van de WVO 2020 of artikel 93 van de WEC;
b. indien sprake is van renovatie en voor zover de kosten voor renovatie deels dan wel geheel voor rekening van het bevoegd gezag komen, een verklaring van het bevoegd gezag waarin financiering wordt toegezegd voor deze kosten;
c. indien sprake is van doordecentralisatie van huisvestingstaken als bedoeld in artikel 111 van de WPO, artikel 6.21 van de WVO 2020 of artikel 109 van de WEC, een verklaring van het bevoegd gezag waarin financiering uit de structurele doordecentralisatievergoeding wordt toegezegd voor de kosten bedoeld in artikel 4, vijfde lid, onderdeel d.
Mag je in meerdere leerlabs participeren?
Ja, maar in elk leerlab wordt deelgenomen met een ander bouwproject. Per bouwproject kan echter maar één aanvraag worden ingediend waarbij een keuze voor één leerlab wordt gemaakt. Een aanvrager kan meerdere bouwprojecten indienen en derhalve in meerdere leerlabs participeren.
Wat zijn de belangrijkste verplichtingen na toekenning van de subsidie?
De aanvrager moet voldoen aan de prestatie-eisen, bijdragen aan innovatie en kennisdeling, deelnemen aan maandelijkse leerbijeenkomsten, en zorgen voor monitoring van het project. De bouw moet starten binnen de gestelde termijnen. De verantwoording van de subsidiemiddelen door schoolbesturen moet geschieden volgens G1.
Wanneer zijn de publicatie- en aanvraagmomenten van de subsidieregeling?
De subsidieregeling is gepubliceerd in december 2024. De regeling bevat in totaal drie tranches. De eerste tranche wordt vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2025 opengesteld voor deelname.
Hoe ziet de beoordelings-en selectieprocedure eruit?
De minister verdeelt het beschikbare bedrag via een loting. Loting en beoordeling gebeurt door DUS-I. Er is 1 loting, waarna DUS-I inhoudelijk beoordeelt of de aanvraag voldoet aan de eisen. Als een ingelote aanvraag niet voldoet aan de eisen, dan is de volgende aanvraag op de lijst aan de beurt voor een beoordeling.
Aan welke vereiste documenten moet gedacht worden bij een aanvraag, rekening houdend met dat het opvragen van deze stukken kan variëren van enkele dagen tot enkele maanden?
1. schriftelijke verklaringen (conform artikel 5 en 6)
a) geldig energielabel
b) geldig NEN 2667 rapport
2. commitment mbt bekostiging vanuit B&W gemeente
3. commitment bevoegd gezag toegezegd deel financiering bij renovatie,
4. afschrift overeenkomst tussen schoolbesturen mbt mandatering tbv penvoerderschap
5. document bouwjaar als BAG bijvoorbeeld niet op orde is.
Het is belangrijk om voldoende tijd te nemen om de benodigde documenten te verzamelen.
Model G-1 subsidie – subsidies met prestatieverplichting
G1 betreft de verantwoording die een onderwijsinstelling aflegt over de financiële middelen die zij ontvangt en de uitvoering van het beleid. Dit houdt in dat een onderwijsinstelling moet aantonen hoe het ontvangen budget wordt besteed en of de middelen efficiënt en doelmatig zijn ingezet. Het kan bijvoorbeeld gaan om het gebruik van bekostigingsgelden, het aantonen van de werking van beleid, of het realiseren van doelstellingen in het onderwijs (zoals bijvoorbeeld het verbeteren van de onderwijskwaliteit of het behalen van specifieke leerdoelen).
Voor subsidies met een prestatieverplichting geldt dat het eventueel niet aangewende deel van de subsidie, mits de activiteiten volledig zijn uitgevoerd, kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
Meer informatie.
Waar kan ik meer informatie vinden of hulp krijgen?
Kenniscentrum Ruimte-OK biedt ondersteuning en informatie aan via deze website. Daarnaast kun je je aanmelden voor inloopspreekuren en informatiebijeenkomsten. Tot slot: op de website vind je alle algemene en leerlab-specifieke voorwaarden in de checklist.
LEERLABS
Wat is een leerlab?
Een leerlab is een onderzoeksomgeving gericht op het doorontwikkelen van innovaties om schoolgebouwen toekomstbestendig te maken. In een leerlab ontwikkelt een verzameling van partijen kennis over een specifieke innovatievraag én passen zij deze toe in de bouw of renovatie van schoolgebouwen.
We zien het ook wel als broedplaatsen voor innovatie, waar we gezamenlijk werken aan efficiëntere aanpakken om prestaties van schoolgebouwen te verhogen en er zo effectiever ontwikkeld, gebouwd en geëxploiteerd kan worden. Dit moet voor iedereen toegankelijke open standaarden opleveren, waarmee ook buiten het innovatieprogramma sneller en kostenefficiënter, betere schoolgebouwen kunnen worden gerealiseerd.
Welke leerlabs zijn er?
In 2025 wordt er gestart met maximaal 28 bouwprojecten in 3 leerlabs:
Leerlab 1 ‘parametrisch bouwen’
Dit leerlab richt zich op standaardisatie van bouw- en installatieconcepten. Er worden goed presterende bouwconcepten ontwikkeld die bijdragen aan geüniformeerde, modulaire scholenbouwsystemen via een parametrisch basisontwerp met keuzeopties. De focus in dit leerlab ligt op passiefbouw. In de eerste tranche is er ruimte voor 9 vervangende nieuwbouwprojecten.
Leerlab 2 ‘processen en procedures’
De praktijk leert dat de doorlooptijd, kosten en kwaliteit van een project sterk afhankelijk zijn van de wijze waarop het project wordt georganiseerd. Dit leerlab richt zich daarom op de standaardisatie van procedures en processen rondom het project, met als doel dat er geen onnodige tijd en energie wordt besteed aan processen en procedures. De focus in dit leerlab ligt op biobased. Er kunnen 15 renovatie bouwprojecten deelnemen.
Leerlab 3 ‘inclusieve scholen’
In 2035 moet het onderwijsstelsel inclusief zijn. De urgentie om inclusieve schoolgebouwen te realiseren is dus hoog. Er is nog weinig vastgelegd over wat inclusief onderwijs vraagt van schoolgebouwen. Het leerlab ´inclusieve scholen´ onderzoekt innovatieve ontwerprichtingen, om te komen tot een keuzewaaier voor inclusieve nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen. Er is ruimte voor 4 bouwprojecten.
Bekijk hier het schema over de verdeling van de bouwprojecten in de eerste tranche.
In volgende tranches kunnen er nieuwe leerlabs worden toegevoegd. Heb je een idee voor een nieuw leerlab, dan kun je dat delen met het programmabureau. Stuur ons een e-mail: info@ipohv.nl.
Wat gebeurt er met de opgedane kennis vanuit de leerlabs?
Er wordt een kennisinfrastructuur opgezet die ervoor moet zorgen dat wat er geleerd wordt binnen een leerlab, breed beschikbaar wordt. We vragen deelnemers aan een leerlab hierin hun verantwoordelijkheid te nemen, bijvoorbeeld door actief te delen wat binnen een leerlab gebeurt en tussentijds ontwikkelde werkwijzen en oplossingen te valideren bij relevante partijen buiten een leerlab. Bij het delen van de opgedane kennis en ervaringen speelt de Community of Practice een belangrijke rol.
COMMUNITY OF PRACTICE
Voor de programma´s onderwijshuisvesting is er behoefte aan een centrale kennisinfrastructuur die vraag en aanbod over onderwijshuisvesting samenbrengt, innovatie aanjaagt, kennis en initiatieven verbindt en die gericht is op concrete toepassing op grotere schaal. Als interactief kennisnetwerk versterkt en ondersteunt de Community of Practice deze kennisinfrastructuur door het creëren van een hoogwaardig, verbindend en interactief kennisnetwerk voor alle scholen, gemeenten en marktpartijen.
Wat doet een Community of Practice?
De Community of Practice brengt professionals uit verschillende disciplines samen, nodigt uit tot kennis delen en heeft zo een versterkend en versnellend effect op de programma´s onderwijshuisvesting. Je blijft er op de hoogte van de programma´s onderwijshuisvesting, kunt er kennis en inspiratie opdoen en bij het Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting kun je meedenken over de leerlabs. De community maakt deel uit van de kennisinfrastructuur, die naast de community ook bestaat uit een openbare kennisbank.
Bij welk programma hoort de Community of Practice?
De community is onderdeel van zowel het Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting, als van het Programma Onderwijshuisvesting.
Vanaf wanneer start de Community of Practice?
Eigenlijk zijn we al gestart. Iedereen die zich heeft aangemeld voor de community ontvangt regelmatig updates. Community-leden ontvangen als eerste nieuws over de laatste ontwikkelingen, alle actuele informatie en uitnodigingen voor evenementen. In de jaaragenda, die in de maak is, vind je data voor webinars, masterclasses en bijeenkomsten.
Wie kan zich aanmelden voor de Community of Practice?
Iedereen kan zich aanmelden. Afhankelijk van jouw interesse en expertise, vragen we je vanuit de community om actieve deelname. Van aansluiten bij een online panel of een kennisgroep, tot het invullen van een vragenlijst. Ook kun je er actuele informatie, inspiratie en kennis delen en ophalen. De Community of Practice wordt gebouwd en ingericht in samenspraak met gemeenten, schoolbesturen en bouwende partijen.
Hoe meld ik mij aan voor de Community of Practice?
Aanmelden gaat heel eenvoudig en kun je nu al doen. Meld je aan.
PROGRAMMA ONDERWIJSHUISVESTING
Wat is het verschil tussen het Programma Onderwijshuisvesting en het Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting?
Beide programma´s werken toe naar standaarden in onderwijshuisvesting. Het belangrijkste verschil is dat er binnen het Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting geld beschikbaar wordt gesteld voor bovennormatieve kwaliteit bouwen en binnen het Programma Onderwijshuisvesting niet. Bij het Programma Onderwijshuisvesting werken we aan doorontwikkelen en standaardiseren van wat er al is, terwijl het Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting gaat over innoveren. Beide programma´s worden ondersteund door een kennisinfrastructuur, waarvan de Community of Practice onderdeel uitmaakt en openbare kennisbank onderdeel uitmaken.
Staat jouw vraag er niet tussen?
Mail gerust naar info@ipohv.nl.